Islamitische begraafplaats Faradis

Faradis betekent zowel "Paradijs" als "ommuurde tuin" (hortus conclusus, in goed Nederlands). Oorspronkelijk betekende Faradis ook "oase", in de context van een eindeloze woestijn. Begraafplaats Faradis is precies deze oase, met vier ingangen in alle windstreken, omzoomd met groen, en ommuurd met arabesken.

Arabesken zijn complexe, verfijnde, abstracte geometrische patronen. Arabesken verwijzen nergens naar en hebben niks te "betekenen". Ze communiceren enkel schoonheid, verfijning, perfectie. Het is niet toevallig dat Allah abstract is in de zin dat hij niet met afbeeldingen, symbolen, voorwerpen of afgezanten-op-aarde wordt gerepresenteerd.

In het centrum van de begraafplaats heerste de Leegte. Het pad is centrifugaal, het loopt hieromheen; de muur en de bomen omkaderen het ontbreken. Deze leegte heeft op meerdere vlakken betekenis. Voor de nabestaanden betekent het afscheid, afwezigheid, gemis. In religieus opzicht is leegte de meest zuivere, mystieke uitdrukking van een God die niet wordt afgebeeld. De afwezigheid laat hier ruimte voor.

Het is de overledenen gegund dat zij in vrede rusten. Om de vrede en rust daadwerkelijk te bewaren, zal deze begraafplaats niet door maaimachines worden opgeschikt, maar door een kudde schapen op natuurlijke wijze worden begrazen. Schapen zijn in de Islam en andere religies een symbool van rust, eenvoud, vrede, bescheidenheid.

Tot slot staat in de Islam niet het individu maar de gemeenschap centraal. Moslims zijn van origine allereerst verbonden met God, dan met de familie en de geloofsgemeenschap, en pas dan zien ze zichzelf als individu. Voor de begraafplaats betekent dit dat deze een rustig, collectief karakter heeft.

Ontwerpstudie i.o.v. Stichting Islamitisch Begrafeniswezen.